COMMISSIE PENSIOENEN

Is pensioen uitruilen interessant?

In dit artikel ga ik in op de vraag of het uitruilen van een pensioen interessant is. Allereerst beantwoord ik veelvoorkomende vragen hierover en tenslotte beschrijf ik waar meer informatie te vinden is over de voor Pensioenfonds ING (hierna PFI), ING CDC Pensioenfonds en NN CDC Pensioenfonds geldende afspraken.

Uitruilen, wat is dat?

Het partnerpensioen kun je uitruilen tegen een hoger ouderdomspensioen of vice versa.

In bepaalde gevallen is het een verstandig besluit, maar het uitruilen kan grote financiële consequenties hebben.

Sinds 1 januari 2002 is in de pensioenwet de mogelijkheid opgenomen om pensioenen uit te ruilen. Je kunt het partnerpensioen uitruilen tegen een hoger ouderdomspensioen of een deel van het ouderdomspensioen uitruilen tegen een hoger partnerpensioen. Ook andere pensioenvormen kun je uitruilen, maar over het algemeen gebeurt dat uitsluitend bij het ouderdomspensioen en het partnerpensioen. Uitruilen kan interessant zijn, afhankelijk van je persoonlijke situatie. Partnerpensioen uitruilen tegen een hoger ouderdomspensioen Om een hoger ouderdomspensioen te krijgen, kun je ervoor kiezen om het partnerpensioen hiervoor op te offeren. Je kan zowel een gedeelte hiervan uitruilen als het gehele partnerpensioen. Let op: de uitruil moet plaatsvinden voordat uw pensioenuitkering ingaat. Berekening uitruil ligt bij het betreffende pensioenfonds Als je kiest voor uitruil zal het pensioenfonds het recht op partnerpensioen opnieuw actuarieel gaan berekenen. Dat wil zeggen dat het pensioenfonds na moet gaan hoeveel extra ouderdomspensioen kan worden ingekocht met de waarde van het partnerpensioen. In de omgekeerde situatie, bij uitruil van het ouderdomspensioen in een hoger partnerpensioen, dienen het hogere partnerpensioen én het lagere ouderdomspensioen opnieuw te worden berekend. Let op: Na het maken van de definitieve keuze is deze keuze later niet meer aan te passen. Kortom, ga samen met je partner goed en grondig te rade wat voor beiden een wenselijk pensioenniveau is. Zeker als jij en je partner allebei pensioen hebben opgebouwd is het verstandig om dit mee te nemen maar ook uitgaande van beider gezondheid. Neem op basis daarvan een gezamenlijke beslissing of uitruilen voor beiden interessant kan zijn, of het nu een (gedeeltelijke) ruil betreft van ouderdomspensioen in partnerpensioen of andersom. Kom je er niet uit, dan kun je altijd contact opnemen met het betrokken pensioenfonds resp. de betrokken pensioenfondsen. Let op dat je deze ruiling alleen kunt doen voordat je pensioen is ingegaan. Zorgvuldige beslissingen met inachtneming van deelnemer en partner Omdat dergelijke beslissingen invloed hebben op zowel het ouderdomspensioen van de deelnemer als op het partnerpensioen van de partner, vereist de wet dat beiden expliciet moeten instemmen met een keuze voor uitruil (als er uiteraard een partner is). Zo worden de belangen van beiden beschermd. Wat gebeurt er bij overlijden van de pensioengerechtigde voor het bereiken van de pensioendatum? In dat geval gaat het partnerpensioen gelijk in. Is uitruil na overlijden nog mogelijk? Na het overlijden van de pensioengerechtigde is het niet meer mogelijk om pensioen uit te ruilen. De keuze voor uitruil moet dus bij leven van de deelnemer en pensioengerechtigde gemaakt worden en voorafgaand aan de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. Waarom vervalt het ouderdomspensioen aan de pensioenuitvoerder na overlijden? Net als bij het verzekeren van risico’s is ook een pensioen een kwestie van een kansberekening maken. Het pensioenfonds gaat uit van een bepaalde levensverwachting. Dat is een gemiddelde voor alle deelnemers. De een krijgt langer pensioen uitgekeerd doordat hij/zij langer leeft dan het gemiddelde, de ander korter. Doordat wij steeds ouder worden, moeten de pensioenuitvoerders langer pensioen gaan uitkeren aan de gerechtigden. Zodra de gerechtigde komt te overlijden, vervalt het ouderdomspensioen zonder verdere uitkeringen. Dit is ingecalculeerd in de kansberekening. Als je een partner hebt die na je overlijden ook een pensioenuitkering nodig heeft, is daarvoor het partnerpensioen bestemd. Dat is in feite een afzonderlijke pensioenvoorziening naast je eigen ouderdomspensioen. Waar vind ik meer informatie? In de pensioenreglementen van PFI en de beide CDC pensioenfondsen kun je lezen wat de procedure is. Dat is bij het PFI het Pensioenreglement Pensioenfonds ING, artikel 7.4 Uitruil van partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen of omgekeerd. Bij het Pensioenreglement Basispensioenregeling 67 van CDC ING is dat hoofdstuk 5, paragraaf 3 pagina 23 en in het Pensioenreglement NN Basispensioen per 1- januari 2022 van CDC NN is dat hoofdstuk 5, paragraaf 3, pagina 17 en 18. (Wim Evers, voorzitter Pensioencommissie)

COMMISSIE SOCIAAL ECONOMISCHE BELANGEN

Samen bouwen aan de ouderenzorg van de toekomst

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de contouren geschetst van de nieuwe normen voor ouderenzorg in de toekomst. VWS heeft hierbij samengewerkt met een groot aantal partners, waaronder Koepel Gepensioneerden als lid van de zogenoemde Seniorencoalitie. De uitgangspunten zijn benoemd, de uitwerking volgt later in 2022 en daarna. De nieuwe norm die duidelijk maakt hoe het anders moet en kan met de ouderenzorg, bestaat uit een drieslag:

  • Zelf als het kan: zo lang mogelijk, met ondersteuning van de eigen omgeving, zelfredzaam blijven. Ook als gebreken die horen bij het ouder worden zich aandienen.
  • Thuis als het kan: in een bij je passende woonvorm en in een leefomgeving die activeert en stimuleert. Ondersteuning en zorg zoveel mogelijk dichtbij.
  • Digitaal als het kan: zoveel mogelijk zorgvragen worden beantwoord met een digitale oplossing. De digitale technologieën helpen ouderen om de zelfstandigheid te behouden en hebben een positieve invloed op de kwaliteit van leven.

Samen: heel belangrijk bij deze drieslag is dat het altijd samen is. Samen met naasten, met de samenleving, met de informele zorgverleners en met professionals. Zelfredzaam kan dus ook samenredzaam zijn. En verder Mooi hoor, zo’n drieslag met op het oog geen gekke uitgangspunten. Natuurlijk houd je het liefst zo lang mogelijk de regie en regel je alles zelf. Je blijft graag in je vertrouwde omgeving wonen, in welke woonvorm dan ook, en je maakt gebruik van de mogelijkheden die er op digitaal gebied zijn. Maar wat als het je niet lukt? Dan moet er hulp voorhanden zijn, in feite op alle onderdelen van de drieslag die is beschreven. Dat wordt gelet op de toenemende vergrijzing en het stijgende personeelstekort een hele opgave. VWS gaat samen met alle bij het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg (WOZO) betrokken partners aan de slag. Bij die partners horen nadrukkelijk ook de ouderen. Vertegenwoordigd door de Seniorencoalitie. In feite is deze coalitie onze belangenbehartiger. Wat doe je zelf? Fijn dat onze belangen worden behartigd. Dat is echter geen reden om achterover te leunen. De in de drieslag benoemde driemaal ‘kan’ vereist een goede voorbereiding voor jezelf en ook voor je omgeving. We doen het immers samen. Het voorbereiden Begint al vroeg. In de fase waarop je over voldoende ‘geefkracht’ beschikt. Je gebruikt je levenservaring en wijsheid om anderen, jong en oud, te helpen. Als vrijwilliger, als mentor maar ook als oppas. Je bouwt op die manier ook een (sociaal) netwerk op dat je straks nodig hebt. Past mooi bij zelf als het kan. Over je woonomgeving denk je natuurlijk ook goed na. Waar dat voor je mogelijk is, zorg je voor een huis/een woonvorm waarbij ouder worden met zijn beperkingen, op een verantwoorde manier, geen probleem is. Op die manier lever je jouw bijdrage aan thuis als het kan. Je werkt aan je digitale vaardigheden. Ga er niet van uit dat je het wel weet, onderhouden van je kennis is de boodschap. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je naasten. Geeft je een goede basis voor digitaal als het kan. We moeten het samen doen. Als vereniging kunnen wij onze leden hierbij wellicht een handje helpen zoals jullie als leden op een of andere manier met elkaar in contact brengen om elkaar te stimuleren en te helpen met concrete ideeën. (Gastbijdrage van Jan Pouw voor Commissie Sociaal Economische Belangen)

Willem Steenhoven voorzitter VO-PFI

Eind juli nam het grotendeels nieuw gekozen Verantwoordingsorgaan van Pensioen Fonds ING (VO-PFI) enkele besluiten over de taakverdeling in het VO-PFI. Willem Steenhoven werd voorzitter en José Schoel bekleedt de komende vier jaar de functie van secretaris. Esther Grondijs neemt de taak als 'linking pin' met de commissie Pensioenen van VO-ING en VO-NN over van Ron van Alphen die lid blijft van het VO. De linking pin zorgt voor (extra) afstemming tussen beide organen.