Douwe Brongers (ex-PTT, -Postcheque- en Girodienst, -Postgiro, -Rijkspostbaarbank en -ING-er) schreef een aantal boeken, heeft twee octrooien op zijn naam staan en is de bedenker van het woord pinpas. Inmiddels 77 jaar is hij nog met allerlei dingen bezig.
Hij had naamsbekendheid bij de Postbank, buitenlandse girodiensten en in de drukkerijwereld. Dacht mee over het ontwerpen, beveiligen van girobetaalkaarten en andere waardedocumenten: het werd zijn specialiteit. Na zijn pensionering zette Douwe Brongers deze kwaliteiten en ervaring voort onder meer als hoofdredacteur bij Journal of Documents & Identity: een gerenommeerd tijdschrift op het gebied van veiligheid. Hij was redacteur van Vindingrijk, een digitale uitgave van de Orde van Uitvinders, schreef verschillende boeken en vertaalde ingewikkelde juridische termen in begrijpelijk Nederlands dat vervolgens in boekvorm werd uitgebracht: De wet in gewoon Nederlands. Zelf zegt Douwe: “Ik ben redelijk druk bezig. Ik moet af en toe kiezen wat ik de volgende dag niet zal doen. Dat dank ik aan een aantal functies die ik gedaan heb in de pensioentijd.” Internationale zaken Na zijn voltooide studie aan Voorlinden (PTT-opleidingscentrum voor hoger kader) ging Douwe aan de slag bij de PTT. Door zijn kennis van vreemde talen bezocht hij als lid van de delegatie vergaderingen van internationale postale zaken waar Frans de voertaal was. Het was vanwege zijn talenkennis dat Frans Groen, directeur Postcheque en Girodienst, aan Douwe vroeg voor hem te komen werken. Douwe herinnert zich: "Toen ik bij de Postcheque- en Girodienst (later Postbank) kwam, hield ik mij bezig met internationale relaties. Er waren zeventien andere girodiensten in Europa (zie kader). Er moet overleg zijn over wat je met elkaar wilt afspreken. Dat kunnen tarieven zijn, dat kunnen zaken zijn die van belang zijn om gezamenlijk op te treden naar de klant toe. Het was een intensieve samenwerking, niet op winst gericht maar puur op afstemming op de behoeften van de klant en automatisering." Later zijn de werkgroepen opgeheven en gaandeweg ontstond een glijdende schaal van internationale zaken naar veiligheidszaken. Antifraude In zijn nieuwe werkomgeving kwamen zijn talenkennis en het in de loop van de tijd opgebouwde, uitgebreide internationale netwerk uitstekend van pas. Douwe: "Ik kon makkelijk iemand van de buitenlandse girodiensten aanschieten in geval van problemen, ik sprak alle talen door elkaar bij wijze van spreken. Daarom zeiden ze tegen mij: 'Ga jij nou maar de veiligheidszaak doen, want de fraude met de girobetaalkaarten is gigantisch uit de hand gelopen'. We moesten maatregelen nemen om de fraude te reduceren. Dat is ook gebeurd. We hebben in één jaar tijd – dat hebben wij later ook vastgesteld – vele miljoenen guldens bespaard met die maatregelen."
De internationale samenwerking op het gebied van girobetaalkaarten was zó intensief dat na 30 jaar collega's uit diverse landen elkaar jaarlijks nog steeds ontmoeten, zoals dit jaar in Helsinki.
Van postwissel tot girobetaalkaart
In de tijd dat voorgangers van ING nog overheidsinstanties waren, golden internationale afspraken voor het post- en geldverkeer. Zij verzorgden op kleine schaal het buitenlandse betalingsverkeer met andere girodiensten in Europa. Daarnaast kon geld overgemaakt worden via internationale postwissels. Reikten de bestemmingen verder, dan werd het internationale betalingsverkeer afgewikkeld door de Algemene Bank Nederland, waarmee de Postcheque- en Girodienst c.q. Postgiro-Rijkspostpaarbank een samenwerkingsovereenkomst had. Het internationale betalingsverkeer beperkte zich overwegend tot kleine geldbedragen voor geleverde diensten en goederen, bijvoorbeeld abonnementen. Er bestonden, uiteraard, geen commerciële en gedocumenteerde financiële transacties, zoals het afdekken van handelsrisico's of beheersing van valutarisico's die ING wel voert. Verder waren de girobetaalkaarten (inter)nationaal van toenemend belang. Het aantal deelnemende landen breidde sterk uit, tot aan Japan en Indonesië aan toe.
Meer over Douwe Brongers en zijn boeken, klik hier.
Pinpas en octrooien
Hij jongleerde met de Nederlandse taal. Maar ook vreemde talen, die hij zichzelf aanleerde, beheerste Douwe uitstekend. Het was tijdens de stuurgroepvergadering onder voorzitterschap van Hans Verkoren, lid van de raad van bestuur Postbank, over de invoering van een nieuwe giropas. Die zou niet meer gebruikt kunnen worden om geld op te nemen met een paspoort als controle: een aanduiding op de pas moest dat duidelijk maken. Douwe herinnert zich: "We konden een mededeling van maximaal acht letters op de pas printen. Diverse suggesties werden gedaan, maar kort en duidelijk bleek moeilijk. In die vergadering bracht ik 'pinpas' in. Voor zover toen bekend was dat een nieuw woord en het voldeed aan de eisen." Alle nieuw uit te geven passen werden voorzien van deze omschrijving. Het woordje pinpas is ook opgenomen in het bekende Groene Boekje over de officiële spelling van Nederlandse woorden. Beveiliging
Twee octrooien die betrekking hebben op documentbeveiliging staan op zijn naam. Het ene betreft het patent op overschrijvingsdocumenten, het andere gaat over een aanpassing van het beveiligingshologram op de (bank)pas, die volgens experts nauwelijks meer te vervalsen of na te maken is. De octrooien zijn eigendom van ING maar in de praktijk zijn deze nooit gebruikt: de problemen werden met software opgelost. Tot aan zijn pensionering was Douwe security consultant in banking (Indien Banking bedoeld als afdelingsnaam, dan met B_. In totaal maakte hij 200 dienstreizen. Later hebben hij en zijn vrouw – samen hebben ze drie kinderen en vier kleinkinderen – vele landen bezocht. Zondagsschilder
De kwaliteiten van Douwe beperken zich niet alleen tot bespeler van het geschreven woord. Hij vertrouwde zijn talenten ook toe aan het schildercanvas. Zijn ideeën beeldde hij uit in herkenbare, aansprekende objecten: landschappen en stillevens, bijvoorbeeld. Ook de welgevormde lippen van Brigitte Bardot, het Franse fotomodel en actrice uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw, schilderde hij natuurgetrouw na. (Hans Nijenmanting)