Gelukkige omstandigheden

René Weijerman is ledenraadslid voor rayon Midden-West

"Ik heb steeds goed beseft in wat voor gelukkige omstandigheden ik verkeerde met een vader en een moeder die van mij hielden, drie broers boven mij met wie ik kon spelen en opgroeien, prettige omstandigheden en met ruim voldoende financiële middelen." Aan het woord is ledenraadslid René Weijerman. Een korte kennismaking die teruggaat tot in de oorlog.

Als senior manager voor Corporate Relationship Management werkte hij voor Westland/Utrecht Hypotheekbank (WUH) onder meer mee aan Optie Lease, een manier om vastgoed off-balance te financieren. "Het plezierige aspect van mijn actieve loopbaan van ruim zestien jaar tot aan mijn pensionering in 2000 was de grote mate van vrijheid en het ontvangen van verantwoordelijkheid van de directie van WUH. Een belangrijke nevenfunctie, die ik heb bekleed van 1980 tot 2003, was penningmeester van het dagelijks bestuur van de SEO (Stichting voor Economisch Onderzoek) aan de Universiteit van Amsterdam en daarna nog als lid van de Raad van Advies. Bij de bank vervulde ik diverse (in totaal zestien) lidmaatschappen die voor de bank belangrijk waren, zoals VNO/NCW, KAE (Kring Amsterdamse Economen), IMD Alumni Vereniging, Kon. IGC (Industrieele Groote Club)." Wat betekent het lidmaatschap van de ledenraad voor je? "Ik vind het belangrijk om betrokken te blijven, direct of indirect, bij het wel en wee van ING. Bovendien blijf ik door dit lidmaatschap goed op de hoogte van belangrijke onderwerpen zoals pensioenen, zorgverzekeringen, fiscaliteit, verzekeringen, etc. Daarnaast is de band met de andere gepensioneerden van groot belang. Het valt mij steeds weer op hoeveel kennis en deskundigheid aanwezig is in de ledenraad."

Ledenraadslid René Weijerman: "Je mag mij ’s nachts ook wakker maken voor Italiaans ijs of voor fazant, zuurkool en een mooi glas wijn..."

Wat drijft je daarbij? “Dat is om met mijn opgebouwde ervaring en kennis een bijdrage te leveren. Samen met andere leden een goed advies uit te brengen over diverse relevante onderwerpen." Hobby’s? "Ik ben een enthousiast tennisser en golfer. Vanaf mijn tiende jaar speel ik tennis. Ik heb van mijn tiende tot en met mijn 56e jaar hockey gespeeld. Met skiën ben ik twee jaar geleden gestopt. Verder lees ik graag een spannende literaire thriller, bijvoorbeeld van Camilla Läckberg, een bekende Zweedse schrijfster, of luister ik naar klassieke muziek en ik ga graag naar het Concertgebouw voor een mooi concert. Maar ook Franse chansons kan ik zeer waarderen." Wat is je levensmotto? "Mijn vader zei vaak tegen mij: 'Kereltje, geen beter leven dan een goed leven. Maar je moet zelf elke dag de slingers ophangen.' En dat heb ik in mijn oren geknoopt en ik heb steeds geprobeerd naar dat motto te leven. Ik heb steeds goed beseft in wat voor gelukkige omstandigheden ik verkeerde met een vader en een moeder die van mij hielden, drie broers boven mij met wie ik kon spelen en opgroeien, prettige omstandigheden en met ruim voldoende financiële middelen. Daarom vond ik het ook heel belangrijk om mijn beide dochters een goede en veilige opvoeding te geven. Behalve het feit dat ik tegen mijn dochters heb gezegd dat zij mij te allen tijde mochten en mogen bellen, zou je mij ’s nachts ook wakker mogen maken voor Italiaans ijs of fazant, zuurkool en een mooi glas wijn uit bijvoorbeeld de Elzas of een glas Nuits-Saint-George of een Vosne-Romanée."

René Weijerman (81) heeft met Josephine twee dochters, vijf kleinkinderen. Via Josephine kreeg hij er twintig jaar geleden nog drie kinderen bij en meer recent nog vier kleinkinderen.

Wat zijn mijn plannen? "Specifieke plannen heb ik op dit moment niet, behalve dan dat ik tenminste twee keer per jaar met mijn levenspartner Josephine op vakantie wil gaan en dan bij voorkeur naar Italië. Verder zo veel mogelijk genieten van onze kinderen en kleinkinderen door hen te bezoeken of afspraken met ze te maken voor lunch of diner." Vertel eens iets verrassends over jezelf... "Dat speelde zich af in oktober 1943, toen ik ruim drieënhalf jaar oud was, tijdens de bezetting door de Duitsers (toen 'moffen' genoemd) van Nederland. Wij woonden in Amsterdam-Zuid in een groot huis op de hoek van de Rubensstraat en de Murillostraat met elf kamers, twee zolders, twee kelders, een tuin en een garage, met toen nog vrij uitzicht over het Minervaplein. Er werd aangebeld en mijn vader liep met mij aan zijn hand naar de voordeur en daar stonden twee Wehrmacht-soldaten in uniform. De beide soldaten vroegen aan mijn vader: 'Was ist da um die Ecke?' En om de hoek in de Murillostraat was onze garage, die wij tevens via onze tuin konden bereiken. Hij vroeg aan mijn vader wat hij daar zag en mijn vader antwoordde: 'Alte Lumpen.' De beide soldaten hebben met de bajonet van hun geweer in de berg rotzooi geprikt, maar niets gevonden. Dit tot grote opluchting van mijn vader bij wie ik nog steeds de zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd zie staan. Onder de berg afval in de garage bevond zich namelijk een auto, een DKW (van Auto Union, het huidige Audi) waarvan de wielen zich in onze kelder bevonden en de auto met zijn assen op grote houten blokken stond. Na het bezoek van de Duitse soldaten zijn mijn vader en ik teruggegaan naar de keuken en heeft hij opgelucht en wel een glaasje jenever gedronken. Wij hadden als eerste van de hele buurt na de bevrijding op 5 mei 1945 een auto tot onze beschikking. Het zal duidelijk zijn hoe trots mijn drie broers en ik waren op mijn vader en moeder." (Ewald Wagenaar)