'Ze reden met auto's en vlaggen door het dorp. Het was wel beklemmend'

Tijdens hun droomreis naar Chili in 2011 kwamen Willem Jan van Munster en zijn vrouw terecht in onlusten van de lokale bevolking. Het conflict daar haalde ook de Nederlandse pers.

De hele wereld hebben Willem Jan van Munster en zijn vrouw Hubertine doorkruist en zo ongeveer alle toeristisch belangrijke plaatsen hebben ze bezocht. Van het meest noordelijke ijs van de Noordpool en het zuidelijkste puntje van Kaap Hoorn (Cabo de Hornos) tot het ver afgelegen Paaseiland (Rapa Nui). Maar de droomreis naar Chili in 2011 zullen zij niet snel meer vergeten. Op hun tocht in Chili was de bevolking in het koude, zuidelijk gelegen Puerto Natales in opstand gekomen tegen het besluit van de regering om de gassubsidies te verlagen. In dit langgerekte land zijn de klimaatverschillen groot: het noorden woestijnachtig en heet, het zuiden daarentegen arctisch koud. Wisten jullie wat er aan de hand was in die omgeving? Willem Jan: "Er is toen alleen maar gezegd dat de lokale bevolking twee belangrijke wegen tussen het noorden en het zuiden had geblokkeerd."

Was er paniek in de groep? "Na uren aan de grens gewacht te hebben, eindeloze telefoontjes in mijn gebrekkig Spaans, werden we opgehaald met een busje van het hotel. In het nationale park Torres del Paine hebben we een aantal heerlijke dagen doorgebracht met uitgebreide wandelingen. Door de directie werden we op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. De boze burgers hadden een aantal wegen afgesloten waardoor we opgesloten werden in het park. Op het einde van de vierde dag moesten we opeens, halsoverkop, onze koffers pakken, want we zouden door het Rode Kruis aan de grens van het park worden opgehaald. ’s Nachts hebben we bij burgers thuis geslapen en de volgende ochtend brachten medewerkers van het Rode Kruis ons naar het vliegveld van Puerto Natales. Daar stond een vliegtuig van het Chileense leger gereed om ons uit het gebied te brengen naar Punta Arenas. Maar echt paniek, nee. Het was een beetje beklemmend toen we met een busje langs de kampementen van de lokale bevolking reden. Want daar hadden ze kampvuren gestookt. Ze reden met auto's en vlaggen door het dorp. Het was wel beklemmend, maar er was geen paniek." Het was nogal ingrijpend? "De familie in Nederland was ongeruster dan wij. Wij hebben daar niets van meegekregen. Via telefonisch contact met het thuisfront hoorden we over de media-aandacht in de Nederlandse pers. Zelf zijn wij niet bang geweest, maar er heerste wel een beklemmende sfeer. Maar eind goed, al goed." Het zou kunnen zijn dat, wanneer jullie werden gegijzeld, dat tot repercussies zou hebben geleid omdat jullie buitenlanders zijn. Dat zou diplomatieke consequenties hebben gegeven. "Toen wij aankwamen in Punta Arenas had de Duitse regering daar een standje gebouwd en ook de Amerikaanse regering had daar een standje gebouwd om hun mensen op te vangen. Maar ik moet zeggen, de Nederlandse regering was in geen velden of wegen te bekennen. Maar dat vonden wij ook niet echt noodzakelijk."

Reiziger Willem Jan van Munster: "De familie in Nederland was ongeruster dan wij. Wij hebben daar niets van meegekregen."

Reiziger Willem Jan van Munster: "De familie in Nederland was ongeruster dan wij. Wij hebben daar niets van meegekregen."

Is jullie reis naar Chili van invloed geweest om naar zekerder bestemmingen te reizen? "Nee, wij hebben wel vaker gekke dingen meegemaakt, maar dat heeft ons er nooit van weerhouden om rond te trekken. We hebben daar ook nog een aardbeving meegemaakt. Dat was in Puerto Montt, zes op de schaal van Richter." Hoe is de terugreis gegaan, heeft het reisbureau geholpen? "Met ons beste Spaans hebben we in ieder geval een andere vlucht kunnen boeken. We moesten dat met z'n vieren helemaal zelf doen. Vanuit Punta Arenas hebben we onze reis vervolgd naar de Atacama woestijn, Paaseiland en ten slotte via Santiago de Chili weer naar huis." Hadden jullie nog hulp en steun van de andere reisgenoten uit Nederland? "Toen we uit het vliegtuig kwamen aan het begin van de reis hebben wij de andere ongeveer vijftien mensen uit Nederland niet meer gezien." (Hans Nijenmanting)