Ze is een van de zeer ervaren kunstdirecteuren van ons land: voormalig ING-directeur Sponsoring, Art Management en Events Annabelle Birnie zwaait nu onder meer de scepter over het H’ART Museum en De Nieuwe Kerk in Amsterdam. Wat beweegt iemand voor de kunst? Of beweegt de kunst haar?
Annabelle Birnie is directeur van het H’ART Museum, voorheen bekend als Hermitage Amsterdam, en De Nieuwe Kerk, beide in de hoofdstad. In een licht en hoekkantoor met uitzicht op de Amstel en de Herengracht, ontvangt ze me. Ons gesprek dwaalt van de ING naar de ‘uitdagende’ opgave om de schouders te zetten onder de ongesubsidieerde Hermitage en De Nieuwe Kerk om daar een verschil te gaan maken.
Terugkijkend op je tijd bij ING, wat komt er dan bij je op?
Annabelle: “Mijn carrière bij ING begon al even in 1991 toen ik stage kwam lopen op de kunstafdeling. Later, toen ik bij Sotheby’s hoofd Moderne en Hedendaagse Kunst was, vroeg hoofd Kunstzaken Sacha Tanja van ING me haar op te volgen wat ik in 2003 deed. Al snel doopten we de afdeling om naar Art Management, omdat we niet alleen kunst beheerden, maar ook klanten adviseerden. Na mijn ziekte in 2009 werd ik ook directeur Art Management, Sponsoring en Evenementen. Wat me verder vooral van dertien jaar ING bijblijft, is hoe we als team door crisissituaties heen zijn gekomen, zoals de bankencrisis van 2008, en hoe we de toegevoegde waarde van kunst en cultuur konden blijven benadrukken, zelfs in moeilijke tijden.”
Waarom besloot je om ING te verlaten?
“Na de bankencrisis veranderde mijn werk steeds meer richting regelgeving en compliance. Dat stond ver af van mijn werk voor kunst, cultuur en sponsoring. Op een gegeven moment had ik een kast vol regels en papieren en besefte ik dat dit voor mij te ver af was van de inhoud en de kunst. Ik wilde na dertien jaar terug de kunstwereld in. De overstap naar het Drents Museum in 2012 was voor mij een kans om terug te keren naar mijn kern: het verbinden van kunst en cultuur met het publiek. Later werd ik directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, met een budget van 38 miljoen euro per jaar.”
En het H’ART Museum en De Nieuwe Kerk?
“Midden in de coronatijd kwam ik na dat fonds in mijn huidige functie terecht. Een pittige tijd, omdat het H’ART Museum, toen nog Hermitage Amsterdam, en De Nieuwe Kerk geen subsidie krijgen. Waar het Rijksmuseum 1000 medewerkers heeft, doen wij het werk met 45 collega’s. Door de Oekraïne-oorlog hebben we de banden met de Russische Hermitage verbroken en de naam in H’ART Museum gewijzigd. Toen moesten we ook ineens op zoek naar nieuwe partners. We hadden wel een museum, maar geen collectie meer. Gelukkig hebben we nu een samenwerking met het Smithsonian in Washington, Centre Pompidou in Parijs en het British Museum in Londen en gaan we veel van hun enorme collecties tentoonstellen, zoals recent werk van Kandinsky en dat van de Roemeense beeldhouwer Brancusi volgt nog.”
Hoe verschilt de kunstwereld van de financiële sector?
“Er zijn overeenkomsten, zoals het belang van betrouwbaarheid en internationale samenwerking. Maar het grote verschil is dat we in de kunstwereld werken om harten te raken en mensen te verbinden met verhalen, in plaats van enkel commerciële doelen na te streven. In de financiële wereld gaat het veel meer om verdienmodellen, terwijl het in de kunst draait om emotie, beleving en het vertellen van verhalen die dieper gaan dan wat we met cijfers kunnen uitdrukken. Het leuke van mijn baan bij ING was juist dat ik wél het emotionele aspect bediende. Dat vergrootte vaak de verbinding van de relaties met de bank.”
Annabelle (56) is al vanaf haar veertiende bevlogen van de kunst, “van kunst krijg ik adrenaline”. Ze kocht heel lang juist géén kunst, omdat “de beste aankopen meestal niet de eerste aankopen zijn”. Smaak ontwikkelt naarmate je meer kennis krijgt, zag ze. Een van haar eerste aankopen was een tekening van Karel Appel.
Haar persoonlijke missie is “dat mensen hun leven verrijken en zien dat er meer is dan politiek en economie. Kunst is een belangrijke factor in het leven”. Annabelle is getrouwd, woont in Amsterdam en reist op de fiets naar De Nieuwe Kerk en H’ART Museum.
Nevenfuncties heeft ze bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest en voorheen onder meer bij het Anne Frank Huis, Kunstmuseum Den Haag en Leeuwarden Culturele Hoofdstad.
Wat is je taak als directeur van het H’ART Museum?
“Mijn belangrijkste taak is het borgen van het voortbestaan van het museum op de lange termijn. Dat betekent soms snelle beslissingen nemen, zoals tijdens de coronacrisis of na het begin van de oorlog in Oekraïne. De missie is op het hart en de inhoud gericht.”
Wat houdt je ‘visionaire leiderschap’ in, zoals op de website van het museum staat?
“De film ‘De dag dat de dollar valt’ laat dat zien: soms gebeurt er iets wat je hele bedrijfsmodel onderuit haalt en dan moet je iets nieuws doen om de continuïteit te borgen. Toen we de samenwerking met Rusland moesten beëindigen, beseften we dat we moesten herpositioneren. Onze toegevoegde waarde ligt in het naar Nederland halen van grote internationale collecties. Het is uniek in de wereld dat een museum zich volledig richt op het tonen van de topstukken van internationale musea. Dit is onze manier om relevant te blijven en een breder publiek te trekken, door kunstwerken te laten zien die anders niet in Nederland te zien zouden zijn. Leiding geven betekende ook een naamswijziging. Daaraan is internationaal veel aandacht besteed. Onze naamsbekendheid groeit nog steeds. De bezoekersaantallen van Kandinsky zitten op zo’n tachtig procent van voor de coronatijd.”
Hoe organiseer je het “hartverwarmende” van het museum?
We willen bezoekers raken vanuit hun gevoel, niet alleen hun ratio aanspreken. Dat doen we door tentoonstellingen te creëren die verhalen vertellen die mensen raken. Ik zie soms bezoekers huilen bij een schilderij, geraakt door de schoonheid ervan. Dat is waar kunst om draait: het overstijgt woorden en raakt ons op een dieper niveau. Onze tentoonstellingen zijn zo samengesteld dat ze emotie oproepen. Kandinsky heeft een heel mooi bezoekersaantal, maar het kan evengoed een heel ander kunstwerk zijn, omdat iedereen een heel ander beoordelingsset heeft op basis van wat iemand heeft meegemaakt in het leven. Niet iedereen wordt hetzelfde geraakt door een kunstwerk. Ook geldt: hoe duurder de kunst, hoe groter de populariteit. Kunst past zich aan en neemt steeds nieuwe vormen aan, maar de kern blijft altijd hetzelfde: mensen raken en verhalen vertellen.”
Wat maakt jou een goede leider in deze sector?
“Ik heb een brede achtergrond in zowel de kunst- als de financiële sector, en ik weet hoe ik mensen moet verbinden en motiveren. Ik geloof in het opbouwen van langetermijnrelaties, zowel met het team als met externe partners. Het is belangrijk om authentiek te zijn en ik probeer altijd mijn passie voor kunst over te brengen op anderen."
Waarom is kunst belangrijk?
“Als je open staat voor kunst en het weet je te raken, is het een verrijking van je leven. Die mogen mensen zich best wat vaker gunnen. Een verrijking voor je hart en ziel, dus in de intellectuele en emotionele zin. Dat is meer dan een investering in de financiële zin. Een culturele verrijking biedt meer dan een economische. Soms vind ik het wel eens jammer dat mensen daar pas achter komen als ze hun economische leven al vervuld hebben.”
(Ewald Wagenaar)