Van schoolsparen naar ‘Droommeter’

Sinds april van dit jaar kunnen klanten die een online kinderrekening openen bij ING de Droommeter bestellen. De Droommeter is een spaarpot waarbij kinderen kunnen zien wat ze contant in hun spaarpot hebben zitten en wat er op hun digitale kinderrekening staat. Zo kunnen ze goed zien hoeveel geld ze al hebben en hoeveel ze nog nodig hebben om hun gedroomde spaardoel te halen. De boodschap van de Droommeter toont daarmee verrassend veel overeenkomsten met verschillende jeugdspaaracties uit het verleden.

Opvoedkundig middel Eind 19de, begin 20ste eeuw geloofde men dat sparen de burger zelfbeheersing, orde, netheid en regelmaat bijbracht. Jong geleerd, is oud gedaan, zo dacht men. De Rijkspostspaarbank startte in 1882 (een jaar na haar oprichting in 1881) al met schoolsparen. De schoolhoofden kregen spaarboekjes waarin de kinderen spaarzegels van 1 of 5 cent konden plakken. Het waren echter de particuliere spaarbanken die het meest actief bezig waren met schoolsparen. De in 1907 opgerichte Spaarbankbond stimuleerde het schoolsparen onder de particuliere spaarbanken. Zij maakten vanaf de jaren ‘20 gezamenlijk reclame voor het schoolsparen. Kinderen werden, net als volwassenen, aangemoedigd om geld opzij te zetten voor de oude dag en moeilijke tijden. Maar in 1938 besloot de Spaarbankbond dat deze schrikbeelden van ouderdom, honger en ziekte niet geschikt waren voor kinderen. Het was beter om ze te laten sparen voor plezierige en verantwoorde dingen zoals een fiets of een weekje kamperen. Ook met positieve spaardoelen leerden kinderen zelfbeheersing, zuinigheid en omgaan met geld. Goed burgerschap In 1948 werd op initiatief van het ministerie van Financiën de Nationale Spaarraad opgericht. Zowel de RPS als particuliere spaarbanken waren lid. De Spaarraad stimuleerde o.a. school- en jeugdsparen. Uit deze acties kwamen prachtig geïllustreerde gezamenlijke campagnes voort. Nieuw in deze reclame-uitingen was dat sparen als een vaderlandslievende daad van goede jonge burgers werd gezien. De banken belegden het geld namelijk bij de staat, die het op haar beurt weer investeerde in de Deltawerken en wederopbouwprojecten. In de jaren zeventig werd de opvoedkundige boodschap steeds minder belangrijk en begonnen de banken schoolsparen vooral als een vorm van klantenbinding te zien. Schoolsparen vroeg veel betrokkenheid van de scholen en was voor leraren behoorlijk arbeidsintensief. Deze spaarvorm werd daarom minder populair en kostte de banken uiteindelijk meer dan het opbracht. Op 1 juli 1986 kwam er dan ook een eind aan het schoolsparen.

“Leert ze bouwen aan hun toekomst”. Poster door Herman Berserink voor de Jeugdspaaractie van 1954-1955. Door te sparen hielpen ze ook mee aan de wederopbouw van Nederland.

1986. Poster voor de Pennie Rekening van Postbank met de ‘Muntenmeter’ spaarpot.

Vanaf april 2022 krijgen kinderen de Droommeter bij het openen van een ING kinderrekening,

Leren omgaan met geld Bij de Postbank werd het schoolsparen in 1986 vervangen door de zeer succesvolle Pennie Rekening met de beroemde ‘Muntenmeter’ spaarpot. Het was voor het kind direct zichtbaar hoeveel spaargeld er in de spaarpot zat. Deze rekening werd een daverend succes. Een hele reeks ‘Pennie Maat’ spaarpotten zou volgen. Spaargeld zichtbaar maken en daardoor beter leren omgaan met geld is daarbij altijd een belangrijk thema gebleven. Dat geld ook voor de Droommeter, die niet alleen het geld zichtbaar maakt voor het kind, maar net zoals in 1938 het plezierige spaardoel weer centraal zet. (Jacoline Bodewes, Historisch archief ING)