ING PaulBarten VERLOOP
INTERVIEW
“Tot zijn 80ste heeft mijn vader nooit iets over de oorlog verteld”
De vader van Paul Barten was ‘Engelandvaarder’

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei vroeg in 2024 aandacht voor het thema ‘intergenerationele overdracht’: hoe ontwikkelen herinneringen zich van de eerste naar volgende generaties?
Alle reden om eens te gaan praten met ons erelid Paul Barten, wiens vader Ed Barten meermaals heeft geprobeerd de Noordzee over te steken om zich in Engeland aan te sluiten bij de Royal Air Force (RAF).

Wat betekent 4 mei voor jou?
Paul: “Herdenken van al diegenen die zich voor onze huidige vrijheid hebben ingezet. Mijn vader had mijn moeder leren kennen in Canada tijdens zijn vliegeniersopleiding. Haar twee broers dienden in het Canadese leger en hebben meegewerkt aan de bevrijding van Europa. Mede dankzij hun inzet, leven wij in vrijheid.”

“NN was een hele trotse marktleider in de verzekeringswereld en moest er in die tijd aan wennen dat er op het hoofdkantoor in Amsterdam bankmensen zaten.”

Jouw vader, Ed Barten, is bekend geworden als Engelandvaarder. Hij zat in het verzet en moest op 15 mei 1941 onderduiken. Na twee mislukte pogingen via zee, is hij uiteindelijk, via Spanje, in Engeland terecht gekomen. Dat was in 1943. Vertelde hij vroeger vaak over zijn avontuurlijke reis?
Paul: “Tot zijn tachtigste heeft hij het nooit over de oorlog gehad. Tot Jan Bruin hem benaderde voor het boek over mislukte overtochten naar Engeland. Van mijn moeder en ooms en tantes hoorde ik wel flarden van zijn verhaal, maar nooit van hemzelf. Zijn tweede vrouw (mijn moeder was op 49-jarige leeftijd overleden) dwong hem zijn avonturen in de Tweede Wereldoorlog op te schrijven en met Jan te delen. Dat staat nu in het boek ‘Vrijheid achter de horizon’.”Paul legt het boek op tafel en opent het zorgvuldig bij het verhaal van zijn vader.
Paul: “Mijn vader is na zijn tocht over de Pyreneeën in handen gevallen van de Guardia Civil en heeft in een concentratiekamp gezeten in Spanje. Uiteindelijk is hij via een gevangenenruil in Engeland terecht gekomen. Daar is geregeld dat hij een pilotenopleiding kon doen in Canada. Bij zijn terugkeer in Engeland bleek dat er geen piloten meer nodig waren. Mijn vader deed daarover zijn beklag en stuurde zelfs een brief aan Prins Bernhard om uit te leggen hoe machteloos hij zich voelde. Daar heeft hij nooit een reactie op gekregen. Hij was daar pisnijdig over en zei later schamper ‘Dat die het altijd te druk had met de vrouwtjes’. De reactie van mijn vader heeft ertoe geleid dat hij in eerste instantie niet tot officier werd bevorderd. Hij heeft dit alles als een groot onrecht ervaren. Later heeft hij zijn diensttijd voltooid als vlieger in Nederlands-Indië en is gezagvoerder geworden bij KLM.”

ING EdBarten

Ed Barten 1919 – 2016 Onderscheiden met Kruis van Verdienste.

ING EdBarten+WillemAlexander

Ed Barten bij de opening in 2015 van Museum Engelandvaarders in Noordwijk in gesprek met Koning Willem-Alexander. 

Hebben de oorlogsavonturen van jouw vader invloed op jou gehad?
Paul: “Het enige wat ik lange tijd wist, was dat mijn ouders elkaar bij het dansen in Canada hebben ontmoet. Mijn moeder is ‘met de handschoen’ met mijn vader getrouwd en naar Nederland gekomen. Pas in de jaren ’90, toen Jan Bruin kwam om zijn verhaal te publiceren, heb ik over de oorlogsverhalen van mijn vader gehoord. In 2015 stond ik naast hem bij de opening van het Museum Engelandvaarders in Noordwijk. Daar was Koning Willem-Alexander ook bij. Dat vond mijn vader geweldig en ik heel bijzonder.”

Hoe kijk je nu naar jouw vader?
Paul: “Enorm trots. Mijn vader was een doorzetter en een perfectionist. Hij was niet iemand die met zijn gevoelens te koop liep, maar met kleine gebaren zijn waardering uitsprak. Hij was ook heel sportief. Tot op hoge leeftijd tenniste hij en werd zelfs nog nationaal kampioen tennis herendubbel in de categorie 80-plussers. Dat typeert hem.”
Paul, even terug naar jou. In 1978, na je doctoraal bedrijfseconomie, ben je begonnen bij NMB als medewerker Bedrijfseconomische Zaken van het assurantiebedrijf. Je hebt van 1994 – 2001 gewerkt bij NN als hoofd Centrale Marketing.

“Terugkijkend kan ik alleen maar zeggen dat ik altijd met veel plezier bij ING heb gewerkt.”

Wat was kenmerkend voor NN in die tijd?
Paul: “Men stond zich voor op ‘Wij zijn de beste’ en zo werd je ook opgevoed. Dat werd ook bevestigd door de tussenpersonen. Die zeiden dat als we een verzekering in de markt niet kwijt kunnen, dan gaan we naar NN, want die lossen het wel op. NN bedacht altijd een oplossing. Dat bleek achteraf een vergif dat in de organisatie kwam te zitten. Voor ieder probleem dat buiten de kaders viel, werd een apart programmaatje gemaakt in Excel of in Lotus 123. Als hoofd Centrale Marketing was ik ook verantwoordelijk voor de distributie­strategie. Ons voorstel was om te focussen op de twintig meest winstgevende levenproducten en die te automatiseren in het nieuwe systeem. Maar de waardering van de tussenpersonen voor alle mogelijke oplossingen was toch bepalend voor de strategie.”

In 2003, werd je hoofd Strategie & Marketing Services bij de divisie Wholesale Nederland, een ander onderdeel van ING Nederland. Wat was in die tijd het grootste verschil tussen de verzekerings- en bancaire tak van ING?
Paul: “NN was een hele trotse marktleider in de verzekeringswereld en moest er in die tijd aan wennen dat er op het hoofdkantoor in Amsterdam bankmensen zaten die ook iets te zeggen hadden over het te voeren beleid van NN in Den Haag en Rotterdam. ING Wholesale Banking had een internationale blik met vestigingen in Polen, Roemenië en België voor de mkb-markt. Daar werd veel aandacht aan besteed. Als hoofd van de stafafdeling Strategie & Marketing Services ben ik daar gebleven tot 2008. Ik had een afdeling van twintig man. In 2007 bedacht men dat mijn afdeling samengevoegd kon worden met de internationale marketingafdeling. Ik kon kiezen tussen een andere functie als marketing­manager of opteren voor een mooie vertrekregeling. Dat laatste heb ik gedaan.”

Hoe was het om na 30 jaar afscheid te nemen bij ING?
Paul: “Terugkijkend kan ik alleen maar zeggen dat ik altijd met veel plezier bij ING heb gewerkt. Met goede bazen en medewerkers. Daar heb ik altijd mee geboft. Ik moest echt even nadenken of ik wel wilde stoppen. Het is belangrijk om goed afscheid te nemen. Niet alleen voor de mensen die weggaan maar ook om aan de mensen die blijven aan te geven dat mensen door de organisatie worden gewaardeerd. Ik heb een fantastisch afscheid gehad.”

Publicaties over Ed Barten

• ‘Vrijheid achter de horizon’ van Jan Bruin en Jan van der Werff.

• ‘Ik wil nooit meer oorlog’ van Lida Hoebeke en Conny Rijken.

ING BOEKEN oorlog

Je ging direct weer aan het werk als vrijwilliger voor VSI (Vereniging Senioren ING, voorloper van VO-ING)?
Paul: “Hans Kadiks was vicevoorzitter van de VSI en had mij benaderd voor de functie van secretaris in het bestuur. Leonard van der Hoeven was de voorzitter en Ad Beers penningmeester.
Na de splitsing van ING en NN (en de beursgang van NN), vonden wij het als bestuur van VSI een goede zaak dat ieder bedrijf zijn eigen vereniging voor gepensioneerden zou hebben. Voor onze verenigingen is het, naast het opkomen voor de pensioenbelangen, ook belangrijk dat er regelmatig activiteiten plaatsvinden, zodat vroegere collega’s elkaar kunnen ontmoeten. Op een paar honderd man na hadden de meeste medewerkers weinig op met de collega’s van het andere bedrijfsonderdeel, omdat ze ook geen gemeenschappelijke geschiedenis hadden ervaren. De splitsing op zich was een enorme klus en daar heb ik flink mijn tanden in kunnen zetten als secretaris.”

Je hebt je zeven jaar volop ingezet voor VSI en later voor Stichting Bovom. Je bent ook erelid van beide verenigingen. Wat drijft jou om dit te doen?
Paul: “Ik wilde nog aftrainen, ik hield van structureren en organiseren. Professionele voetballers trainen af bij een amateurclub, fitte managers doen dat in bestuursfuncties bij verenigingen en stichtingen. Dat heb ik ook vijftien jaar gedaan als voorzitter van de tennisvereniging waar ik al die jaren met genoegen heb gespeeld en in het bestuur heb gezeten.”

Binnenkort word je 75. Je hebt sinds kort besloten om na 15 jaar het voorzitterschap van je tennisvereniging op te geven. Wat ga je nu met al die vrije tijd doen?
Paul: “Het plan was niet meer altijd ‘aanstaan’ en overal op moeten reageren. Meer tijd met de familie doorbrengen en leuke dingen doen. Veel reizen, waar mijn vrouw en ik een liefhebber van zijn. Echter, recent heb ik bericht gekregen dat ik lijd aan de ziekte van Parkinson. Ik weet nog niet wat voor invloed dit op mijn leven gaat hebben. Volgens de doctoren heb ik nog maximaal vijftien jaar te leven. Lachend: ‘Dat vind ik mooi hoor, 97, zoals mijn vader, hoef ik niet te worden.”
(Angela van Leeuwen)